Eduard Henricus Gerardus Hubertus (Ed) Cuypers (Roermond, 18 april 1859 – Den Haag, 1 juni 1927)

https://beeldbank.amsterdam.nl 1315/149 bewerkt

Eduard was zoon van huisschilder Henricus Hubertus Cuypers. Hij werd opgeleid op het architectenbureau van zijn oom P.J.H. (Pierre) Cuypers. In 1881 richtte Eduard Cuypers een eigen architectenbureau op in Amsterdam. Dankzij goede contacten met het bedrijfsleven kreeg hij opdrachten voor kantoren, winkelpanden, villa’s en woonhuizen. Ondanks zijn opleiding werkte hij niet in de stijl van de neogotiek, maar gebruikte hij veeleer de vormentaal van de neorenaissance en de Jugendstil. Hij profileerde zich niet als kerkenbouwer, hoewel hij wel een klein aantal kerken bouwde. Een belangrijkere plaats in zijn oeuvre nemen de tientallen door hem ontworpen stationsgebouwen in, die vooral in het noorden van het land werden gebouwd. Zijn meest monumentale werk was het tweede station van ‘s-Hertogenbosch dat hij in 1896 opleverde.
Door Cuypers en zijn medewerkers werden ook vele kunstnijverheidsproducten, zoals meubels, lampen en glasserviezen ontworpen.
Het bureau van Cuypers wordt gezien als de bakermat van de Amsterdamse School omdat de aanvoerders van deze stijlbeweging, Michel de Klerk, Joan van der Mey en Piet Kramer, alle op zijn kantoor gevormd waren. Ook Berend Tobia Boeyinga, een bekend gereformeerd kerkenbouwer in de stijl van de Amsterdamse School, werkte enige tijd voor Cuypers. Daarnaast is ook Charles Estourgie zijn carrière begonnen op het Cuypers’ kantoor. Eduard Cuypers ontwierp zijn eigen woning en kantoor in 1898. Het bureau bevond zich in het door hemzelf ontworpen pand aan de Jan Luijkenstraat 2 in Amsterdam, in de schaduw van het Rijksmuseum, ontworpen door zijn oom.
De familie van Cuypers schreef onder het motto Requiem Æternam na zijn overlijden een beperkte prijsvraag uit voor het ontwerp van een grafmonument. Alleen medewerkers van het kantoor mochten een inzending tonen. De winnaar was na beoordeling van elf inzendingen en maquettes architect Willem H. J. de Sain (1894–1953), die later architect bij de Rijksgebouwendienst werd. Het grafmonument is ook van buiten de begraafplaats Zorgvlied te Amsterdam te zien.
Na Cuypers’ overlijden in 1927 werd zijn kantoor door anderen voortgezet. In Nederlands Indië ging het door onder de naam “Fermont-Cuypers” tot dit in 1960 formeel werd opgeheven. In Nederland werkten zijn opvolgers onder de naam “Eduard Cuypers”. Het bureau draagt nu de naam “a/d amstel architecten” en is nog steeds gevestigd in Amsterdam.

Gebruikte bronnen:
- Bert Gerlagh, Eduard Cuypers en Amsterdam, de eerste vijfentwintig jaren in:
Amstelodamum 2007, p. 134-191

- W.A.J.Cartigny, De Amsterdamse architect Eduard Cuypers en zijn "Bouwbureau Roermond",
Roermond, 2014

- W.A.J.Cartigny, Architecten en ateliers, dwarsverbanden in de Roermondse kunstsector
in de 19e en 20e eeuw, Roermond, 2015

- Wikipedia

Foto:
- bewerkt https://beeldbank.amsterdam.nl/afbeelding/ANWS00027000001